Wij hielden gisteren een kind-is-baas-dagje. Dat is een dag waarbij het kind één dag de leiding heeft over wat er gebeurt, binnen veilige en duidelijke grenzen. Het is niet de bedoeling dat je kind “de baas” speelt, maar wel dat het autonomie, verantwoordelijkheid en wederzijds respect ervaart. Want een kind opvoeden gebeurt niet vanuit angst, wel vanuit verbinding. En hoe kan je die verbinding nog mooier voelen dan je kind aan te tonen dat je het vertrouwt en dat je waarde hecht aan wat hij/zij te vertellen heeft?
Het is uiteraard wel belangrijk dat je op voorhand goed nadenkt over hoe de dag zou kunnen lopen, zodat je van tevoren ook duidelijke afspraken kan maken (vb. budgettair). Bovendien kan deze dag pas echt volledig zijn doel bereiken als je als ouders ook volledig de controle kunt loslaten.
Waarom is autonomie belangrijk?
Autonomie betekent dat het kind de ruimte krijgt om zelf keuzes te maken, invloed te hebben op zijn omgeving en verantwoordelijkheid te nemen voor wat het doet. Ze voelen zich hierdoor bekwaam en gesteund door anderen en ze ontwikkelen hierdoor zelfvertrouwen, innerlijke motivatie, verantwoordelijkheidszin en zelfreflectie.
Een gebrek aan autonomie daarentegen leidt vaak tot o.a. weerstand, onzekerheid en afhankelijkheid.
Bij CSF (cognitief sterk functionerende) kinderen is de drang naar autonomie vaak nog sterker omdat ze sneller verbanden zien en daardoor sneller begrijpen waarom iets op een bepaalde manier wel of net niet werkt. Ze voelen zich vaak ook beperkt door regels die in hun ogen niet logisch lijken. Bovendien hebben ze vaak een sterke behoefte aan intellectuele vrijheid en zelfsturing. Allemaal dingen die binnen onze maatschappij eigenlijk niet aanvaard worden voor kinderen.
CSF kinderen hebben ook nog eens vaak een sterk temperament, waardoor ze intenser reageren op frustratie en controle en ze sneller emotioneel overprikkeld raken als ze zich niet gehoord of serieus genomen voelen. Ze hebben die eigen regie net nodig om hun innerlijke spanning te kunnen reguleren.
Waar ze ook gekend voor zijn is hun sterk rechtvaardigheidsgevoel, waardoor ze al van heel jongs af denken in termen van eerlijkheid, gelijkwaardigheid en ethiek. Dit wordt versterkt door hun gevoeligheid voor incongruentie (ze zien wanneer iets niet klopt tussen vb. woorden en daden). Wanneer ze het gevoel hebben dat hun autonomie beperkt wordt zonder duidelijke of eerlijke reden, ervaren ze dat als onrechtvaardig en dat triggert vaak intense emoties, wat weer kan leiden tot weerstand of terugtrekking.
Als we dan even gaan kijken naar de zijnskenmerken (Kieboom) van hoogbegaafdheid, zien we dat:
- hun kritische denken en rechtvaardigheidsgevoel maken dat ze zelf willen nadenken en begrijpen waarom;
- hun perfectionisme maakt dat ze zelf invloed willen hebben op het proces;
- hun gevoeligheid maakt dat ze emotioneel geraakt worden wanneer hun autonomie wordt aangetast.
Autonomie is dus een noodzakelijke basisvoorwaarde om hun zijnskenmerken – hoe zij ZIJN - in balans te houden. Bovendien leren de overexcitabilities (Dabrowski) ons dat zij een intensere innerlijke belevingswereld hebben, waardoor zij een gebrek aan autonomie ervaren als een inbreuk op hun authenticiteit (dat ze niet zichzelf mogen zijn).
Het is dus belangrijk dat autonomie niet verward wordt met “vrijheid zonder grenzen”, maar net gezien wordt als ondersteunend, met duidelijke kaders en ruimte voor eigen inbreng. Het biedt hen de ruimte om hun intensiteit constructief te kanaliseren, want ze leren omgaan met prikkels, emoties en gedachten op een manier die precies past bij wie zij zijn.
Een kind-is-baas-dagje vervult dus hun behoefte aan autonomie op een speelse, maar toch veilige manier.
Reactie plaatsen
Reacties